S. J., geb. 1843 te ’s Gravenhage, werd opgeleid aan het seminarie te Kuilenburg en trad in 1862 te Ravestein in het novitiaat der Jezuïeten.
Te Laval (Frankrijk) studeerde hij wijsbegeerte en gaf daarna vier jaren les in de levende talen aan ’t gymnasium te Katwijk a/R. In 1872 te Maastricht priester gewijd, neemt hij sinds het predikambt waar, en is geregeld medewerker aan het tijdschrift „Studiën”. Voornaamste werken: Gaspar Berse (1869), De bruid des Konings (1894), Edmond Campion (1888), Leven van den JI. Ignatius (2 dln., 1891 - -92), Leven en brieven van dtn H. Franciscus Xaverius (1895), Levensbeschrijving van P. C. Ie Coeq d’Armandville (1899).