genaamd Sacken of Osten-Sacken, baltisch adellijk geslacht, sedert 1380, aldus genoemd naar de rivier Oste in Het voormalig aartsbisdom Bremen. De meest bekende leden zijn:
Karl, vorst von der Osten-Sacken, 1726— 1794, was keursaksisch gezant, vervolgens premier-minister en trad later in pruis. staatsdienst, werd 1777 opperkamerheer en staatsminister en 1786 tot pruisisch vorst verheven.
Karl Magnus (russisch Karl Iwanowitsch), graaf von der Osten-Sacken, 1733—1808, was gouverneur van den troonopvolger Paul, later van grootvorst Constantijn Paulowitsch en 1774—84 russ. gezant te Kopenhagen.
Fabian Gottlieb (russ. Fabian Wilhelmowitsch), vorst von der Osten-Sacken, 1752— 1837, russ. veldmaarschalk, nam deel aan de oorlogen tegen Polen en Turkije en geraakte, als luitenant-generaal, 1799 in den slag bij Zürich in fransche gevangenschap; 1800 naar Rusland teruggekeerd, onderscheidde hij zich bij Pultusk (1806) en Eylau (1807) en werd na den slag bij Leipzig tot generaal benoemd; hij nam deel aan den overwinnenden slag tegen Napoleon bij Brienne (1814), doch werd bij Montmirail verslagen; na de inneming van Parijs werd hij gouverneur-generaal dier stad; 1826 tot veldmaarschalk benoemd, onderdrukte hij 1831 den poolschen opstand in Volhynië en Podolië.
Dmitry Jaroslawowitsch, graaf von der Osten-Sacken, russ. cavaleriegeneraal, (1790 of 1793—1881), nam deel aan de oorlogen tegen Frankrijk 1807—12, vervolgens aan den veldtocht tegen Perzië 1826—27, aan den Turkschen oorlog 1828, aan de onderdrukking van den poolschen opstand 1831, gedurende den Krimoorlog aan ’t beleg van Silistria, was vervolgens commandant van Odessa tijdens het bombardement en nam aan de verdediging van Sebastopol deel, een tijdlang als opperbevelhebber.
Nikolai Dmitrijewitsch, graaf von der OstenSacken, geb. 1832, kreeg den grafelijken titel voor zijn dapperheid bij het beleg van Sebastopol en is sedert 1870 als russ. gezant werkzaam, sedert 1895 te Berlijn.
