Gepubliceerd op 14-03-2021

Voetbal

betekenis & definitie

een der meest populaire openluchtspelen, dat reeds eenige honderden jaren terug, hoewel in eenigszins ge wijzigden vorm, in Engeland werd gespeeld. Echter eerst in de laatste honderd jaren wordt het in zijn tegenwoordigen vorm beoefend.

Men onderscheidt voetbal in 2 groepen, n.l. Association voetbal en Rugby voetbal. Dit laatste wordt alleen in Engeland gespeeld; wel is ook een poging gedaan om het in ons land in te voeren, maar het ondervond, door de groote mate van ruwheid, die het spel kenmerkt, groote tegenwerking. In ons land wordt dan ook onder voetbal alleen het Association voetbal verstaan, dat, mits onder goede leiding gespeeld, volstrekt geen gevaar oplevert.

Het spel wordt gespeeld door 2 partijen, die zich op een rechthoekig veld van een minimum maat van 90 X 45 M. opstellen. Het veld is door kalklijnen afgebakend.

In het midden van de korte zijden zijn twee „doelen” opgesteld, ieder gevormd door 2 opstaande palen, van boven door een dwarslat verbonden. De aldus gevormde rechthoek is 2,438 M. hoog en 7,315 M. breed.

Elke partij beschikt over 11 spelers. Het doel van het spel is om den bal, die bij den aanvang uit het midden wordt uitgetrapt, door het doel van de tegenpartij te trappen. Wanneer een der partijen hierin slaagt is een doelpunt (goal) gemaakt en de partij die in de l1/2 uur dat het spel duurt de meeste doelpunten maakt, wint den wedstrijd. De 11 spelers moeten derhalve gedeeltelijk aanvallen om te trachten doelpunten te maken en gedeeltelijk verdedigen om de tegenpartij het maken van doelpunten te beletten. Hiertoe zijn de 11 spelers als volgt verdeeld:

1e. een doelverdediger (goalkeeper), staande in het doel, wiens taak het is om te beletten dat de bal tusschen de palen doorgaat. Hij is de eenige speler van zijn partij die den bal met de handen mag aanraken:
2e. twee achterspelers (backs), die den. doelverdediger behulpzaam zijn;
3e. drie middenspelers (halfbacks) en
4e. vijf voorhoedespelers (forwards), wier doel het is om doelpunten voor hun partij' te maken.

De middenspelers zijn zoowel bij den aanval als bij de verdediging werkzaam, al naar gelang hun partij op dat oogenblik aanvallend of verdedigend is.

Het bovenstaande is slechts in ruwe trekken een schets van het spel, dat overigens aan een groot aantal spelregels onderworpen, is, waaruit we alleen nog willen aanhalen dat elke ruwheid, zooals slaan, schoppen of het op minder eerlijke manier ondersteboven gooien van een tegenstander, b.v. door beentje lichten, verboden is en streng wordt gestraft.

Het spel staat in ons land onder de hoofdleiding van den Nederlandschen Voetbal Bond. (opgericht 8 December 1889), na den Algemeenen Nederlandschen Wielrijders Bond de grootste sportbond van ons land, terwijl verder verschillende plaatselijke en gewestelijke bonden onder hem werkzaam zijn, waarvan de Haagsche, Amsterdamsche en Rotterdamsche* Voetbal Bond de krachtigste organisaties zijn.

Door den Nederlandschen Voetbal Bond wordt elk seizoen (half September—Mei) een: groot aantal competities georganiseerd, d. z. combinaties van clubs die tegen elkaar elk 2 wedstrijden spelen. Voor eiken gewonnen wedstrijd krijgt de winnaar 2 punten, voor een gelijk gespeelden wedstrijd 1 punt. Het elftal dat, wanneer de wedstrijden afgeloopen zijn het meeste aantal punten heeft, is kampioen der competitie. Naar krachtsverhouding worden de elftallen in verschillende klassen ingedeeld. De eerste klas clubs in Nederland zijn in het Westen: H. V.

V. (Haag), D. F. C. (Dordrecht), H. F. C. (Haarlem), Sparta (Rotterdam), Haarlem (Haarlem), Ajax (Leiden), H. B.

S. (Haag), Hercules (Utrecht), Quick (Haag) en Velocitas (Breda), terwijl in het Oosten zijn: Prinses Wilhelmina (Enschedé),. Vitesse (Arnhem), Quick (Nijmegen), Utile Dulci (Deventer), Wilhelmina (’s Bosch) en G. V. C. (Wageningen).

De eerste klas clubs in het Westen vormen de Westelijke eerste klas competitie en die in het Oosten de Oostelijke eerste klas. De winnaars dezer beide competities spelen tegen elkaar om het kampioenschap van Nederland'.

Behalve deze competities wordt jaarlijks volgens afval systeem de Holdertbeker verspeeld, waarvoor alle clubs over het geheele* land kunnen inschrijven. De wedstrijden worden bij loting vastgesteld, terwijl de verliezende club telkens afvalt en van verdere* mededinging is uitgesloten. Deze beker ia thans achtereenvolgens gewonnen door R. A. P. (1900\ H.V.V. (1901), H. B.

S. (1902), Haarlem (1903), H. F. C. (1904) en V. O. C. (1905);

De N. V. B. benoemt voor eiken door hem uitgeschreven wedstrijd een onzijdig scheids-

rechter, aan wien de leiding van den wedstrijd is opgedragen.

Als een bewijs van de groote populariteit van het voetbalspel diene, dat bij een wedstrijd van een Nederlandsch tegen een Belgisch elftal, in 1905 te Rotterdam gehouden, 30000 toeschouwers aanwezig waren.

< >