een methode van wetenschappelijk onderzoek, gebruikelijk bij de Physiologie en de praktische Geneeskunde, die vnl. bestaat in het bestudeeren der functies van normale en zieke elementen van het levend dierlijk lichaam en verder van de werking van sera, vaccins en geneesmiddelen op dit lichaam als geheel. Daar de functies van zekere organen van het menschelijk lichaam groote overeenkomst bezitten met die van analoge organen bij bepaalde dieren, tracht men door deze methode tot meerdere kennis te geraken van de physiologische en pathologische processen bij den mensch en daardoor middellijk of onmiddellijk den weg te banen voor het doel der Geneeskunde.
De V., weliswaar reeds tijdens Galenus (zie ald.) toegepast, vond eerst algemeene toepassing sinds de laatste 50 jaar door uitvinding der anaesthetica, van middelen die eene specifieke werking op zekere elementen uitoefenen en der serumtherapie. Verdooving wordt toegepast, eensdeels om zeker te zijn dat geen pijn wordt gevoeld en voor een ander deel om te verhinderen dat de proef gestoord wordt door de gevolgen van pijn- of gevoelsindrukken van het proefdier. Bedwelming wordt alleen niet toegepast, wanneer de werking der anaesthetica zelf het resultaat der proeven onduidelijk zou maken. Daarom bezigt men in enkele gevallen Curare (zie ald.), dat de eigenschap heeft verlammend op alle spieren te werken, tot op zekere hoogte onder behoud der zintuigelijke gewaarwordingen. Pijnindrukken zijn bij den mensch onafscheidelijk aan psychische functies gebonden; daarom is de pijnperceptie bij dieren — zoo die overal bestaat, wat onwaarschijnlijk is — niet gelijk te stellen aan die bij den mensch en zeker minder intensief. Voorschriften van rijkswege regelen de V. bij het H. 0. in Nederland.
In het algemeen wordt zij bij het officieele onderwijs niet toegepast. Studenten beoefenen haar bijna zonder uitzondering op lagere dieren, met voldoende voorzorgen en steeds onder deskundige leiding. Tal van ontdekkingen op het gebied der Physiologie heeft men aan haar alleen te danken; eenige der meest bekende zijn: de ontdekking der specifieke gevoels- en bewegingszenuwen; het beloop der uit het ruggemerg ontspringende zenuwen; de vaatvernauwende en vaatverwijdende, de secretorische werking der hersenzenuwen en hun remmende of versnellende invloed op de hartswerking; de bloedsomloop; de chylvaten en hun functie; de bepaling van den intraoeulairen druk; de secretieen excretieprocessen; de z.g. „interne secretie” van schildklier en pankreas, enz.In de laatste 30 jaar breidde zich eene beweging tegen de V. uit, die in Florence begon en in Engeland zulk een omvang bereikte, dat eene wet haar thans in dat land beperkt. Deze beweging, zich van hier uitbreidend over het Vasteland, gaat hoofdzakelijk uit van leeken. Men stelt zich in de eerste en voornaamste plaats op zuiver ethisch standpunt, plaatst de vergelijkbaarheid van pijnperceptie bij mensch en dier voorop, noemt V. gelijk aan dierenmarteling en betoogt dat eene handeling, op zichzelf slecht, nimmer te wettigen is door de resultaten, zelfs al leidden deze tot nut voor de menschheid. Godsdienstige overwegingen bleven hier buiten beschouwing, daar geen der meest bekende godsdienstige stelsels, zoomin als eenig weldoordacht wijsgeerig, de V. verbiedt. De strijd, ingeleid door eene principiëele overweging, die iedere V. als eene onzedelijke daad veroordeelt, een strijd die zich vreemd genoeg niet uitstrekt over luxeverminkingen van paarden en honden en over castratie in de veeteelt, die jaarlijks bij tallooze (in Duitschland bijv. in 1872 ruim elf millioen) paarden, runderen, schapen en yarkens en steeds zonder verdooving, veelal door niet-deskundigen verricht vTordt, vindt steun door de uitspraken van medici van meer of minder vermaardheid. Deze uitspraken zijn ontleend voor een deel aan de leden der oudere school, die stond tegenover middelen en methoden, voor haar volkomen nieuw, andersdeels aan de aanhangers der natuurgeneeswijzen, reeds alleen hierdoor tegenstanders van wat men de officieele geneeswijze noemt.
Niet steeds zijn alle citaten in het juiste verband geplaatst; soms heeft men vaststaande feiten ontkend. Onder de tegenstanders vindt men geen enkele bekende physioloog, geen der jongere vakgeleerden van naam, omdat onder dezen de onontbeerlijkheid der V. als onderzoekingsmethode een feit is, boven bedenking verheven. De V. maakt de tegenwoordige behandeling van bepaalde zenuwziekten, het myxoedeem, cretinisme, de pokken, hondsdolheid, croup, diphtheritis, tetanus, vlekziekte, in het algemeen de serumtherapie mogelijk, en deed verschillende operatiemethoden voor buikorganen, nieren, hersenen e. d. van bewezen nut algemeen© toepassing vinden. Zij voerde tot de kennis van praeparaten, onmisbaar bij de wondbehandeling, de oogheelkunde e. d. Zekere subtiele operaties in de hersen-, buik-, oogehirurgie, zouden ongeoorloofd zijn zonder voorafgegane oefening op levende dieren.
Tegenover deze argumenten der voorstanders van V. wordt het volgende aangevoerd:
Verdooving
Men zegt dat deze meer dient om het publiek dan om de dieren te verdooven, daar ze vaak onvolledig en zonder zorg geschiedt, ten gerieve van den proefnemer of omdat (Engeland) de wet het voorschrijft. Zij is niet toe te passen bij de talrijkste categorie van V., n.l. bij het door inenting ziek maken van dieren, omdat het niet mogelijk is die verdooving dagen en weken achtereen te doen voortduren; evenmin door verdooving de naweeën der operaties te ontgaan.
Curare
Volgens Claude Bernard en anderen blijft het pijngevoel na toediening van dit verlammend middel niet alleen „tot op zekere hoogte” behouden, maar wordt het lijden er door verhoogd.
Pijngevoel
Dat dit bij dieren minder intensief zou zijn dan bij den mensch is betwistbaar. Zelfs wordt door pro-vivisectionisten (met name prof. dr. Max Flesch) het pijngevoel bij lagere dieren als kreeften, oesters enz. erkend.
Vivisectie wordt in Nederland, behalve door professoren, medici en physiologen, ook door meerdere doctorandi ten behoeve van hun dissertaties verricht; ook door studenten aan de veeartsenijschool. Er is geen grond om aan te nemen dat de „voorzorgen” en „deskundige leiding” ten doel hebben het pijngevoel der dieren te ontzien.
Het moge juist zijn, dat de V. dienstig is geweest tot verschillende ontdekkingen op het gebied der physiologie, — dat deze aan haar alléén te danken zijn, is door deskundigen tegengesproken; evenmin kan aangetoond worden, dat langs andere, zedelijk geoorloofde wegen de wetenschap niet evengoed vooruit te brengen ware' geweest. Daartegenover staan gevallen waar V. op dwaalwegen heeft geleid, en de toepassing van de aldus verkregen schijnwetenschap op de geneeskunde aan tal van patiënten onheil berokkend heeft (zooals bijv. de Tuberculine van Koch).
Dierenmarteling is onder geen enkel voorwendsel met den geest van het Christendom vereenigbaar, en met de voorschriften van het Boeddhisme nadrukkelijk in strijd, evenals met alle wijsgeerige stelsels, die het beginsel van „broederschap van al wat leeft” erkennen, zooals de theosofie, het humanitarisme, het christen-anarchisme enz. Er is geen godsdienstig noch wijsgeerig stelsel, dat goeden grond geeft, om V. op dieren wèl, en op inferieure menschen (laagstaande rassen, idioten, krankzinnigen, misdadigers enz.), niet geoorloofd te achten. Logisch behooren beiden aanvaard, of beiden verworpen te worden.
Strijd tegen V. strekt zich ook uit over dierenmartelingen uit luxe als anderszins. De meeste leiders der anti-V.-beweging zijn tevens vegetariërs en dierenbeschermers; de Wereldbond tot bestrijding der V. omvat tevens dierenbescherming in het algemeen.
Het is waar dat de V. geleid heeft tot de tegenwoordige behandeling van verscheidene ziekten met serums, vaccins, tot organotherapie enz., evenzeer waar is dat voorstanders van andere richtingen in de geneeskunde die „tegenwoordige behandeling” blijven afkeuren als onzeker en gevaarlijk, en het ernstige bezwaar er tegen aanvoeren, dat het natuurlijk weerstandsvermogen van het lichaam tegen verschillende ziekten door de behandelingswijze met sera enz. wordt verzwakt, en het beter ware, het door hygiënische leef- en geneeswijze te versterken.
Het moge waar zijn, dat V. geleid heeft tot toepassing van sommige operatie-methoden, daartegenover staan de nadeelen en gevaren der operatie-woede, en uitspraken van een chirurg als Lawson Tait, dat: ,,de vivisectie in de chirurgie niets dan kwaad heeft gedaan.”
Contraliteratuur: The nine circles, or the torture of the innocent, London, Swan Sonnenschein & Co.., 1893; Is de Vivisectie in het belang der menschheid? Den Haag, Drukkerij „Vrede”, 1898; Een blik in de geneeskunde der toekomst, door Dr. G. Luchtmans, Den Haag, Drukkerij „Vrede”, 1899; Scientific research, bij S. Smith, surgeon. Londen, Elliot Stock, 1901; Medische Wetenschap en Vivisectie, door F. L.
Ortt, Den Haag, Nederl. Drukkerij v/h. H. L. Smits, 1902; A catechimn of vivisection, door Edw. Berdoc M.
R. C. S. London, Swan Sonnenschein & Co., 1903.
Proliteratuur: Die Vivisectionsfrage, v. Prof. Dr. Hermann, Leipzig, F. C. W.
Vogel, 1877; Die Vivisection, v. Prof. Dr. R. Heidenhain, Leipzig, Breitkopf & Hartel, 1884, Vivisectie ïs in het belang der menschheid! door de artsen Bartolotti Rijnders en Dr. Struycken, Breda, P.
B. Nieuwenhuys, 1898; Vivisectie, door Prof. Dr. G. C. van Walsem, „Onze Eeuw” Mei 1904.
Pro en contra: De Vivisectie van verschillende zijden beschouwd, ’s Gravenhage, Drukkerij Vrede, 1901; Pro en Contra, serie I, n°. 7; Vivisectie, pro: Dr. H. J. L. Struycken; contra: Felix Ortt, Baarn 1905. Vivisection, Hearing, before the Senate Committee on the District of Columbia, Fëbr. 21, 1900.