Gepubliceerd op 19-01-2021

Viglius van aytta van zuichem

betekenis & definitie

Nederl. rechtsgeleerde, geh. in Friesland, 1507, overl. te Brussel, 1577; na voltooide studiën aan verschillende hoogescholenin en buiten Nederland, werd hij hoogleeraar te Pavia, later te Ingolstadt; Karel V riep hem in 1542 naar Nederland terug, waarna hij eerst lid van den grooten raad te Mechelen, daarna lid van den geheimen raad te Brussel werd; hij was bij vriend en vijand geacht om zijn verdraagzaamheid en gematigdheid; bij de komst van Alba nam hij ontslag (1567). Hij schreef een aantal rechtsgeleerde (als Justificatio rationum) alsmede historische en staatkundige werken.

< >