1) de oudste door de Pheniciërs op de noordkust van Afrika gestichte stad, ten w. van Carthago. U. werd door den ouden Scipio Africanus 204 v.
Chr. tevergeefs belegerd; in den derden punischen oorlog 149 ging het tot de Romeinen over; na den val van Carthago behield het zijn vrijheid en werd de bloeiendste handelsstad in Afrika. In den Burgeroorlog werd het door Cato bezet voor de partij van Pompejus, doch kwam aan Gesar toen Cato zich, na het bericht van diens overwinning bij Thapsus in 46, van het leven had beroofd. Onder Hadrianus werd U. kolonie. De ruïnen der stad zijn in den nieuweren tijd nauwkeurig onderzocht. De plaats lag eenmaal aan zee, doch is er thans ongeveer 10 km. van verwijderd.2) hoofdstad van de county Oneida in den staat New-York, aan het Eriekanaal, in 1090: 56.383 inw.; handel in kaas.
