juister in zuiver gotischen vorm Vulfila, de gotische bijbelvertaler, geb. 310 of 311 onder de Goten ten noorden van den Donau, 341 eerste bisschop der ariaansche West-Goten, voerde zijn om haar geloof bedreigde gemeente 348 op oostrom. bodem naar Moesië, in de buurt van Nicopolis en overl. 381 of 383 te Constantinopel. Van zijn werken wordt vooral genoemd de gotische vertaling van den geheelen Bijbel, met uitzondering van de Boeken der Köningen.
Bewaard gebleven zijn er van het N. Testament groote stukken der vier evangeliën, benevens fragmenten der brieven en de geheele tweede brief aan de Corinthiërs; van het O. Test. slechts enkele fragmenten. Onder de handschriften wordt de eerste plaats ingenomen door den z.g. Codex argenteus te Upsala, welke met zilveren letters op purperkleurig perkament is geschreven.