Gepubliceerd op 14-03-2021

Turkoois

betekenis & definitie

een delfstof, amorph, is waterhoudende phosphorzure kleiaarde. De echte oostersche T. is hemelsblaauw naar het spaangroen zweemend gekleurd, bezit een hardheid = 5 en een soort. gew. = 2.8, heeft weinig glans en is ondoorzichtig.

De T. wordt gevonden in Perzië en komt in niervormige stukken voor, nooit gekristalliseerd. Alles wat onder den naam van T. in den handel komt is er daarom geen; de meeste turkooizen zijn beenstukken en tanden van voorwereldlijke dieren, waarin zich koperblauw afgezet heeft. Deze turkooissoort is echter weeker dan de echte en te herkennen aan de beenachtige structuur. De beenturkoois wordt voorts door mineraalzuren aangegrepen en door wrijven electrisch; de echte niet. Reeds gezette steenen kunnen door deze proef licht herkend worden. Men noemt de beenturkoois gewoonlijk westersche of T. van nieuwen steen.

Hij komt voornamelijk voor in Siberië en Languedoc. De echte (oostersche) T. staat in hooge achting, vooral bij de oosterlingen. Men slijpt hem „en cabochon”. De T. wordt zeer dikwijls kunstmatig vervaardigd door halfophalen een blauwe kleur te geven.

< >