Gepubliceerd op 18-03-2021

Trek in schoorsteen

betekenis & definitie

Hieronder wordt verstaan het opvoeren van de gassen in een schoorsteen. Dit wordt veroorzaakt

a) door de geringere dichtheid van deze warme gassen vergeleken met de dichtheid van de lucht in de ruimte, waar de schoorsteen aanvangt en daarbuiten. Een evenwichtstoestand is dan onbestaanbaar: de dichtere laag drukt de lichtere gassen omhoog. Hieruit volgt, dat een hoogere schoorsteen beter trekt, omdat de kolom lichtere gassen dan grooter is.
b) Door den wind, die over den schoorsteen strijkend, de gassen meezuigt. In dit opzicht biedt een hooge schoorsteen ook voordeel, omdat hooger boven den grond de wind regelmatiger en doorgaans sterker is. Komt echter de luchtstroom, door toevallige oorzaken in den schoorsteen, dan veroorzaakt hij het „rooken” in het vertrek door het omlaag drijven der rookgassen.
c) Door het inblazen van lucht of stoom in den vuurhaard of in den schoorsteen. Zoo voert men op de locomotieven, die een sterken trek vereischen, den afgewerkten stoom van de cylinders in den schoorsteen; dit geeft een krachtigen stoot aan de verbrandingsproducten, dns een verhoogden trek.

Bij bootketels wordt dikwijls lucht in de vuren geblazen om den trek te verhoogen (kunstmatige of geforceerde trek).

Is de schoorsteen te breed, dan ontstaat nevens den opstijgenden gasstroom ook een neergaande, die den rook in het vertrek jaagt. Het is nuttig dat een schoorsteen zoo recht mogelijk omhoog gaat, inwendig glad is, en bij eenigen omvang rond is van doorsnede.

Fabrieksschoorsteenen worden in den regel van steen opgetrokken, soms van plaatijzer. De eerste zijn duurzamer, doelmatiger wegens het slechte warmtegeleidend vermogen van steen, en stabieler; plaatijzeren schoorsteenen zijn goedkooper, lichter en meer geschikt v. provisorische en transportabele stookinrichtingen. Zie ook onder Stoomketel.

< >