Gepubliceerd op 14-03-2021

Traineeren

betekenis & definitie

(fr.) talmen, dralen. Voorts trekken, sloepen; op de lange baan schuiven, sleepende houden.

Ook africhten, geschikt maken voor iets; zich oefenen; hetzelfde als trainen. Traineur: achteraankomer, achterblijver (bij een leger); voorts africhter, dresseerder van paarden en sportlieden.

< >