Haïtisch generaal, geb. op het eiland Santo Domingo 1743, overl. op het kasteel van Joux bij Pontarlier 1803, was slaaf bij de familie Noé, nam deel aan den opstand der negers in 1791, om het gezag des konings te verdedigen, trad in spaanschen dienst, doch verliet deze weer in 1794 om de republikeinsehe regeering te dienen, die de slavernij had afgeschaft.
Maar na als generaal de zaak der Franschen veel diensten te hebben bewezen, begon hij zich meer en meer onafhankelijk van hen te maken; zond o. a. den commissaris der republiek, Sauthonax, naar Europa terug en bracht diens opvolger, Hédouville, in verdenking zoowel bij blanken als bij zwarten. Een opstand dezer laatsten bedwong hij echter in 1799 en twee jaar later maakte hij zich meester van het spaansche deel van het eiland Santo Domingo. Hoewel de kolonie onder het beheer van L. zeer in bloei toenam, besloot Bonaparte een eind aan zijn bewind te maken. Hij zond een expeditie onder Leclerc naar Santo Domingo en na een heldhaftigen tegenstand werden de Negers overwonnen (1803) en moest L. zich onderwerpen. Hij werd nu naar Frankrijk gevoerd en eerst in den Temple, later in het kasteel van Joux opgesloten.