bankiersfamilie, waarvan de eerste beroemde vertegenwoordiger de 1754 te Siëna geb. Giovanni T. is; bij de omwentelingen, welke de groote fransche revolutie ook over Italië bracht, verwierf hij zich als bekwaam speculant groote rijkdommen, kocht van de familie Odescalchi het hertogdom Braceiano, kreeg 1809 den titel van hertog en overleed 25 Febr. 1829 te Rome.
Van zijn zoons is de oudste, Marino T., 179G —1865. de stichter der hertogelijke linie. Zijn kleinzoon, hertog Leopoldo T., geb. 25 Juli 1853, het tegenw. hoofd dezer linie, was burgemeester van Rome en werd Jan. 1888 afgezet omdat hij, zonder daartoe gemachtigd te zijn, Leo XIII bij diens gouden priesterjubilee gelukwenschte in naam der stad.
De derde zoon van Giovanni T., Don Alessandro. vorst van Civitella-Cesi, Musignano, Canino. Farnese en Fucino, geb. 1 Jan. 1800, na den dood van zijn ouderen broeder Marino het hoofd der zaak, vermeerderde de geërfde rijkdommen door een veeljarige pacht der zouten tabaksregie in Rome en Napels, voordeelige leeningen. groote industriëele ondernemingen en de 1852—75 voltooide drooglegging van het meer van Fucino, waardoor hij 14.500 H.A. zeer vruchtbaar land verkreeg. Zijn verzameling van oudheden is een der belangrijkste van Rome; 1866 kwam ook de beroemde villa Albani met haar kunstschatten in zijn bezit. Hij overleed 7 Febr. 1866 te Rome.
De eenige dochter en universeel erfgename van vorst Alessandro, Donna Anna Maria, hertogin van Ceri, geb. 8 Maart 1855, is sedert 24 Oct. 1872 gehuwd met vorst Giulio Borghese (geb. 10 Dec. 1847), die 1875 voor zich en zijn nakomelingen den naam T. heeft aangenomen.
