Gepubliceerd op 14-03-2021

Topiek

betekenis & definitie

topica, noemden de oude grieksche en romeinsche rhetoren en taalgeleerden de kunst om algemeene, generaliseerende stellingen te formuleeren en daarvan gebruik te maken. Een zoodanige algemeene formule heette bij de Grieken topos, bij de Romeinen locus communis (vanwaar het fr. lieu commun).

Men maakte onderscheid tusschen bewijsplaatsen (loei vel fontes argumentorum) en gemeenplaatsen (loei communes). Onder de eersten verstond men algemeene begrippen, waaruit de redenaar, geholpen door zijn oordeel, hetwelk het behandelde geval met die algemeene begrippen vergelijken moest, toereikende bewijzen voor zijn stelling kon ontleenen, b.v. oorzaak en uitwerking, geslacht en soort, enz. Gemeenplaatsen noemde men daarentegen algemeene stellingen, daardoor gevormd, dat men de, door middel der bewijsbronnen gevonden bewijzen, op bijzondere personen of feiten betrekking hebbende, generaliseerde. Zulk een gemeenplaats b.v. was bij de oude advokaten de stelling: alle rechtszaken zijn in zooverre van gelijk gewicht, als zij de vraag betreffen, wat is rechtens? Het misbruik, dat van zulke algemeene stellingen gemaakt werd, heeft later aan het woord 'gemeenplaats zijn ongunstige beteekenis doen verkrijgen. In de T. werden derhalve deels de bewijsbronnen, deels de gemeenplaatsen, van welke de redenaar, zoo tot inlichting van het verstand als tot opwekking van zielsaandoening, gebruik kon maken, bijeen gebracht. Deze hulpmiddelen nu zijn ook thans nog niet geheel te versmaden, maar met recht wordt aangemerkt, dat zoo men bij het denken en spreken of schrijven steeds naar hetzelfde schema of richtsnoer te werk gaat, de geest daardoor meer geprangd dan geholpen wordt, en elk zijner voortbrengsels de gedaante eener chrië (een opstel dat naar een vasten en eenzelvigen vorm vervaardigd is) aanneemt.De T. der Ouden wordt uitvoerig behandeld | in de Rhetorica van Aristoteles, boek 1, vooral. h. 2 en 3 (in de boeken, die T. tot opschrift ! hebben, behandelt hij het gebruik der sluitI redenen tot vinding en bepaling der waarschijn; lijkheid). Tegenwoordig wordt van de T. nog ! het meest door godgeleerden gebruik gemaakt, doch zij heeft daarbij een engere beteekenis gekregen; men verstaat daardoor namelijk de ; theorie, welke tot richtsnoer dienen moet bij, : de keus en behandeling van bewijsplaatsen uit I den bijbel; deze T. wordt ook Topologie gei noemd. Kant onderscheidde van de logisch; rhetorische T. de transcendentale, die zich met I het nasporen van den oorsprong der denkbeelden bezig houdt, en dus als het ware| de plaats of zetel daarvan in den menschelijken geest aanwijst.

< >