romeinsch blijspeldichter, geb. omstreeks 254 v. Chr. te Sarsina in Umbrië, leefde te Rome aanvankelijk in dienst bij een tooneelgezelschap.
Nadat hij het geld, dat hij daarmee verdiend had, in den handel verloren had, geraakte hij in zoo benarde omstandigheden, dat hij zich in een molen moest verhuren en vervolgens om geld te verdienen blijspelen dichtte; hij overleed 184 v. Chr. Yan de vele blijspelen, die in de oudheid op zijn naam gingen, zijn nog de door den grammaticus Terentius Varro als beslist echt aangewezen 21, behalve de Vidularia, bewaard gebleven; ofschoon alle min of meer vrije imitaties van grieksche stukken, waarvan er soms twee tot een werden samengesmolten, vertoonen zij toch een romeinsch karakter; als trouwe schilderijen van het romeinsch volksleven, handhaafden zijn stukken zich tot op het eind der Republiek op het tooneel.
