romeinsch volkstribuun in 57 v. Chr., praetor in 54, speelde in dezen veelbewogen tijd van strijd tusschen senaats- en volkspartij een niet onbelangrijke rol; hij steunde eerstgenoemde partij met geweld van wapenen en leverde in de straten van Rome geregelde gevechten met gewapende benden tegen Publius Clodius, den aanvoerder der volkspartij, doch werd, toen Clodius in 52 bij een treffen met hem gedood was, wegens dit feit aangeklaagd en veroordeeld, ofschoon hij verdedigd werd door Cicero, wiens terugkeer uit de ballingschap hij in 57 als volkstribuun krachtig gesteund had.
Hij ging naar Massilia (Marseille) in ballingschap, keerde tijdens de langdurige afwezigheid van Caesar, op wien hij verbitterd was omdat deze hem niet had laten terugroepen, in 48 op eigen gezag terug, begon in Beneden-Italië onlusten te verwekken, waarbij hij weldra den dood vond.