stannidoxyde, tinzuuranhydrld, Sn Oo komt in de natuur voor als tinsteen en wordt kunstmatig verkregen door tin in aanraking met de lucht sterk te verhitten. Oxydeert men tin door salpeterzuur, dan ontstaat er een wit, in zuren onoplosbaar poeder, dat tot formule heeft: H2Sn08; een hydroxyde van dezelfde samenstelling verkrijgt men als een witte neerslag, wanneer ammoniak bij een oplossing van tintetrachloride (stannidchloride) gevoegd wordt; dit is echter in zuren gemakkelijk oplosbaar, zoodat deze verbinding in twee verschillende toestanden optreedt, beide gedragen zich als zuren en geven twee reeksen van zouten.
Het hydroxyde, dat onder den invloed van salpeterzuur ontstaat, en dat onoplosbaar is in zuren, noemt men metatinzuur, het in zuren oplosbare tinzuur. Natriumstannaat maakt men gewoonlijk door tinsteen met chili-salpeter te smelten, of door tin (afval van blik, enz.) met bijtende soda en natriumnitraat te verhitten; dit zout draagt in den handel den naam van praepareerzout en dient als bijtmiddel in de katoendrukkerij. Door verdampen der oplossing kan het in groote, doorzichtige kristallen verkregen worden, die tot formule hebben: Na.> Sn 05 + Hg O.