engelsch staathuishoudkundige, geb. 14 Febr. 1766 te Albury in het graafschap Surrey, overl. te Bath 29 Dec. 1834, was sedert 1805 prof. in de geschiedenis en staathuishoudkunde aan de instelling der Oost-Indische compagnie te Haileybury. Hij is vooral bekend door zijn bevolkingstheorie, waarin hij beweert, dat, terwijl de middelen van bestaan in een verhouding als de reeks 1, 2, 3, 4, 5 enz. toenemen, de bevolking aangroeit in verhouding als de reeks 1, 2, 4, 8, 16 enz. en dat daarom de staat in het algemeen belang de toeneming der bevolking moet trachten tegen te gaan.
Die theorie zette hij uiteen in zijn geschrift: Essay on the principles of population (1798, 3de uitg. 3 dln. 1817). Ook schreef hij: Principles of polit kal economy (3 dln., 1819—20) en Definations in political economy (1827). Zie ook Bevolkingstheorie.