engelsch natuurvorscher, geb. 4 Mei 1825 te Ealing in Middlessex, studeerde in de medicijnen, maakte 1846—50 als hulpdokter de expeditie van het oorlogsschip Rattlesnake naar Australië mede, werd 1855 hoogleeraar in de physiologie, fungeerde ook eenigen tijd als hoogleeraar in de vergelijkende anatomie, en overl. 29 Juni 1895 te Londen. In zijn verschillende werken heeft hij zich een overtuigd aanhanger van het darwinisme, en een der schitterendste apostelen van het transformisme betoond.
Hij heeft zich vooral bezig gehouden met de werveldieren, en in het bijzonder met de anthropomorphe apen.Groot opzien verwekten zijn stoute hypothesen over den oorsprong van den mensch. Hoofdw.: The oceanic hydrozoa (Lond. 1858), On our knowledge of the causes of the phenomena of organic nature 1863), Eléments of comparative anatomy 1864), Lessons in elementary physiology (1866), The physical basis of life (1868), Science Primers (1880), Science and culture (1881), Essays on controverted questions (1892), Evolution and ethies (1893), Evidence as to man’s place in nature (1890), Amanual of the anatomy of vertebrated animais (1871), Practical instruction in elementary biology (met Martin, 1875), Anatomy of inrertebrated animais (1877), Physiographie (1877), verder verhandelingen, monographieën, als The crayfish (4de dr. 1888), enz.
