Gepubliceerd op 14-03-2021

Tholen

betekenis & definitie

zeeuwsch eiland, door de Eendracht gescheiden van Noord-Brabant, door de Ooster-Schelde van Zuid-Beveland, door het Keeten van Duiveland en door de Mosselkreek van St. Philipsland.

Het is ruim drie uren lang en anderhalf uur breed, terwijl het een omtrek heeft van acht uren gaans; oppervlakte 132 km.2. Landbouw, veeteelt en visscherij zijp er de voornaamste middelen van bestaan. Behalve de stad van denzelfden naam vindt men er de dorpen St. Annaland, St. Maartensdijk, Stavenisse, Scherpenisse, Poortvliet, Oud-Vosmeer en eenige kleinere plaatsen.Het z.o. deel van het eiland wordt ingenomen door de gemeente T. (arrond. Zierikzee, kantonshoofdplaats), welke wordt bespoeld door de Ooster^Schelde en de Eendracht; zij bevat de stad T., de buurt Schakerloo, de gehuchten Molenvliet en Steenenkruis, en telde 1 Jan. 1902: 3061 inw. Kiesd. Tholen; pers. bel. 8ste kl. De stad T., aan de Eendracht, is ontstaan bij een tolhuis, en verkreeg in 1335 het recht om stapelvrij koren en haver naar Holland uit te voeren.

< >