zoon van den vorige, geb. 1871 te Leeuwarden; studeerde oorspronkelijk voor architect; werd later ’t meest bekend als portretschilder; houdt zich bovendien veel bezig met architectuur en kunstnijverheid. Een paar jaren lang schreef hij geregeld kunstkritieken in het Weekblad ,,De Amsterdammer”, werkte sedert 1894 mede aan de voornaamste katholieke dagbladen en tijdschriften; is sedert 1900 mede-redacteur van het maandschrift ,,Van onzen tijd”.
In 1897 verscheen van hem eene vertaling van E. E. Viollet-le-Duc: De geschiedenis van een stadhuis en van eene kathedraal. In 1904 begon hij de uitgave van een eigen tijdschrift „De Tuin”.
