Gepubliceerd op 20-01-2021

Thascius caecilius cyprianus

betekenis & definitie

latijnsch kerkvader, geb. aanvang 3e eeuw, te Carthago leeraar in de welsprekendheid, ging in 246 tot het christendom over, werd kort daarop tot priester en in 248 tot bisschop gewijd, werd onder 'Galerius Maximus 14 Sept. 258 onthoofd, schreef: De idolorum vanitate ; De unitate Ecclesiae; De lapsis, De exhortatione martijrii. Feestdag 16 Sept.

< >