Gepubliceerd op 14-03-2021

Thalia

betekenis & definitie

(gr., de bloeiende) de muze der opgewekte, landelijke dichtkunst, later in het bijzonder van het blijspel, voorgesteld met blijspelmasker, herdersstaf en wijnloofkrans; van haar en Apollo zouden de Corybanten afstammen. Tegenwoordig is T. in het algemeen de patrones van het tooneel en zijn de schouwburgen aan haar gewijd.

Zie afb. bij het artikel Muzen.T. heet ook een der drie Chariten (Gratiën).
T. is voorts de naam der 23ste planetoïde.

< >