(lat.; U, o God. loven wij) aanvangswoorden van een lofzang der r.-k. kerk, het z.g. Ambrosiaansche loflied, gewoonlijk als Te Deum aangeduid, dat hij plechtige gelegenheden als dankzegging gezongen wordt.
Het T. D. wordt verkeerdelijk aan den H. Ambrosius (gest. 397) toegeschreven. Waarschijnlijk is het van Nicetas, bisschop van Romatiana (gest. 400).