Gepubliceerd op 14-03-2021

Suggestie

betekenis & definitie

Men verstaat onder S. de behandeling waardoor een denkbeeld in iemand’s brein ingevoerd wordt buiten medewerking van diens hooger ik.

Suggereeren is iemand, als ware bij verrassing, (zonder bewijsgronden die afdoende zijn) een denkbeeld bij brengen.

Vatbaar voor S. is een ieder, maar niet bij iedereen is die vatbaarheid even groot. Hoe meer men op zijn tellen past, dat is hoe beter men in staat en ook gewoon is om te controleren wat door de zintuigen tot ons komt, des te geringer is die vatbaarheid. Deze, ook suggestibiliteit genoemd is, in het algemeen, het grootst bij kinderen, bij eenvoudige lieden, bij menschen die gewoon zijn te gehoorzamen zonder na te denken, het geringst bij oudere personen, bij wetenschappelijk breed ontwikkelde en aan levenservaring rijke lieden. Doch talrijk zijn de uitzonderingen op dezen regel. Eenvoudige lieden kunnen blijken geharnast te zijn tegen de S. terwijl scherpzinnige geleerden haar soms gemakkelijk aanvaarden.

Als voorbeeld van S. is. te noemen het blozen van een persoon als men hem onverdacht toeroept: hé wat krijg jij een kleur; het gevoel van jeuken dat iemand ontwaren kan waar hij ongedierte op het hoofd of de kleeren van zijn buurman ziet; de onmacht om door te eten, de braakneiging die, ja het werkelijk braken dat zich bij iemand vertoont als een dischgenoot een walgingwekkend verhaal doet,

Nevens de S. die van buiten komt, de heterosuggestie, kent men de autosuggestie (zelfsuggestie). ^De laatste treedt blijkbaar spontaan op, zij berust op eene voorstelling die van den persoon zelf uitgaat. Zij kan ontstaan door eene associatie van voorstellingen.

Voorbeelden van autosuggestie.

De aanwezigheid van kunstbloemen in een besloten vertrek doet hoofdpijn ontstaan bij een persoon die den geur van bloemen niet verdragen kan. De valsehe voorstelling dat de bloemen natuurbloemen waren, werkte hier als suggestie.

Een slager, op het punt om een zwaar stuk vleesch aan den haak te slaan, glijdt uit en blijft met zijn arm aan den haak hangen. De man krijgt een flauwte van schrik; hij wordt door zijn knecht uit den gevaarlijken toestand verlost. De kleeren worden van den arm los gesneden en bij onderzoek blijkt dat de man niet eens gekwetst en eenvoudig aan zijn mouw aangehaakt geweest is.

Ten onrechte hebben sommigen de draagwijdte van het woord suggestie te ruim genomen en hieronder ook gerangschikt de overreding, de handeling namelijk waardoor een denkbeeld, met bewijsgronden omkleed in het brein van een persoon ingevoerd en dus aanvaard wordt met medewerking van diens hooger ik. Het denkbeeld wordt eerst dan aangenomen als het den toets heeft doorstaan van de kritiek van den te overreden persoon.

Als voorbeeld kan gelden de wetenschappelijke overtuiging eener waarheid bijgebracht bij den leerling door het onderwijs van den leeraar.

De S., ook affirmatie, verzekering genoemd, moet om goed te gelukken, duidelijk, met gezag en vaak bij herhaling worden gegeven.

De suggestibiliteit van een persoon neemt toe als zijn aandacht afgeleid, als de controle verslapt of opgeheven is. Zoo zal onder den invloed van gemoedsaandoeningen, van slaapdronkenheid, van een alcoholroes, van een beneveling door aether, chloroform, van koortstoestanden, de suggestie gemakkelijker haar weg vinden. ^

Kunstmatig kan men die suggestibiliteit vergrooten door de suggestie zelf, namelijk door het met woorden en gebaren in slaap wiegen van den proefpersoon.

De methodische toepassing van deze kunst in de geneeskunde dagteekent eerst van het jaar 1866, met de verschijning van het boek van dr. A. A. Liébeault, Du Sommeil et des Etats analogues eonsidérés sur tont au point de rue d'> Vaetion du Mor al sur Ie Phgsique.

Deze fransche geneesheer, den 16 Sept. 1823 te Favières in Lotharingen geboren en den 18 -Febr.. 1904 te Nancy overleden, had zich jaren lang toegelegd op de studie • van het dierlijk magnetisme en deze kunst in zijn praktijk toegepast. De vruchten van zijne studie en ervaring heeft hij weggelegd in bovengenoemd werk.

Liébeault steunde in zijn praktische studie op de schouders zijner voorgangers, maar wist uit het wetenschappelijk erts in ruime mate door deze geleverd, het edele metaal af te zonderen, de suggestie door het gesproken ivoor d.

Voor hem hadden Mesmer, op het einde van de 18de eeuw onder de regeering van Lodewijk XVI, en tal van diens navolgers, genezingen verricht door dezen aan eene geheimzinnige natuurkracht toegeschreven, maar die in werkelijkheid het gevolg waren van de suggestieve kracht, die van hen en hunne geheimzinnige handelingen uitging; was door den portugeeschen R. C. priester Faria in 1814 aangetoond dat de magnetische slaap kon verkregen worden door een eenvoudig bevel zonder gebruik te maken van de onnoodige en overtollige praktijken der Mesmeristen; was door James Braid, chirurgijn te Manchester, aangetoond, dat de magnetische, door hem verdoopt in hypnotischen toestand, kan verkregen worden zonder magnetiseur, eenvoudig door de aandacht van den persoon te bepalen op één punt, het aanstaren van een glinsterend voorwerp en de daarbij gedane voorspelling dat hij zou inslapen.

In het verloop zijner proefnemingen bleek het Liébeault, dat de verschillende wijzen van doen zijner voorgangers, alle tot het beoogde resultaat, het intreden van den eigenaardigen slaaptoestand leidden en het gansche vraagstuk eenvoudig hierop neerkwam: indruk te maken op den persoon, om het denkbeeld slaap post te doen vatten in zijn brein. Bovendien leerde hem de ondervinding, dat van alle de middelen om indruk te maken, het eenvoudigste en doeltreffendste nog het gesproken woord is. Hij liet den patiënt in een gemakkelijke houding zitten of liggen, staarde hem korte oogenblikken aan, onderwijl zachtjes hem verzekerende, dat hij behoefte tot slapen gevoelde, dat zijne oogleden zwaar werden, dat hij eene toenemende loomheid bespeurde in al zijne leden, enz. Voorts, als de oogen niet van zelf dicht vielen, drukte hij de oogleden zachtjes toe, aldoor dezelfde verzekeringen herhalende, en verkreeg aldus in verreweg de meeste gevallen den gewenschten toestand van rust, ontspanning en slaap, dien hij beoogde. Eenmaal dat resultaat bereikt hebbende, ging hij een stap verder. Na den patiënt het denkbeeld van slaap te hebben bijgebracht en doen aanvaarden, voegde hij daaraan toe het denkbeeld van genezing, door het wegsuggereeren van de ziekteverschijnselen, die deze vertoonde.

Dit laatste nu is de groöte ontdekking van Liébeault: de methodische aanwending van de verbale suggestie (suggestie door het gesproken woord) tot het doen verdwijnen van het ziekteverschijnsel bij personen bij wie hij de, bij ieder in geringer of grootere mate bestaande, vatbaarheid ‘ voor S. heeft weten te verhoogen.

De geneeswijze door S. is dus te beschouwen als de wetenschappelijk gelouterde magnetische geneesmethode, als een systematische geneeswijze van het geloof, van de verbeelding. Bij de magnetische geneesmethode is de hoofdfaktor der genezing de verkapte, de middellijke suggestie; het denkbeeld van genezing ontstaat in patient’s hersenen zelve ten gevolge van den ontvangen indruk, verkregen door de magnetische strijkingen (passes) of door aanraking van den magnetiseur of van het gemagnetiseerde voorwerp.

Bij de suggestieve-geneeswijze treedt als genezende factor op de on middellijke S. Hier is het denkbeeld genezen onmiddellijk besloten in den ontvangen indruk, het gesproken woord.

De 'S. tot een geneeskundig doel kan dus toegepast worden:

a. In wakenden toestand.
b. In toestand van hypnose.

a. In wakenden toestand.

Zal eene therapeutische S. aanvaard worden, dan is allereerst hiertoe noodig, dat zij gegeven worde door een persoon die op den patiënt een overwegenden indruk maakt.

Het gezag van den geneesheer moet zoo groot mogelijk zijn. Hij kan dat ontleenen aan den roep die van hem uitgaat, aan de genezingen die men weet of meent te weten dat door hem gedaan zijn, aan zijn voorkomen, zijn wijze van optreden, zijn titel, (hoogleeraar, directeur van een ziekenhuis, enz.), maar ook aan zijne werkelijke kunde en ervaring.

Voorts moet de patiënt de noodige vatbaarheid voor suggestie hebben. Zooals hierboven reeds opgemerkt werd is iedereen suggestiebel en dus tot zekere grens toegankelijk voor suggestie. De suggestie kan eenvoudig hierin bestaan, dat op beslissenden toon verzekerd wordt dat een ziektetoestand, een verschijnsel verdwijnt, verdwenen is of binnen zekeren tijd verdwijnen zal. Men spreekt dan van direkte suggestie door het gesproken woord.

Maar men kan ook de suggestie belichamen of verschuilen in eene andere behandeling, zooals het toepassen van massage, van elektriseeren, het geven van een geneesmiddel, het doen van een schijn-operatie, waarbij men tevens de verzekering geeft: hierdoor zult ge genezen. Dat heet dan indirekte of verkapte suggestie.

Een bizondere vorm van S. in wakenden toestand komt somtijds voor bij de genezing verkregen bij het gebed, het deelnemen aan een bedevaart, het dragen en vertrouwen op een relikwie, een amulet, enz., de geloofs-suggestie.

b. In toestand van therapeutische hypnose

Door inleiding van den toestand van therapeutische hypnose kan de geneesheer zijn invloed op den zielstoestand van den patiënt aanmerkelijk uitbreiden. In hypnose toch wordt de suggestibiliteit grooter en aanvaardt de patiënt gemakkelijker de gegeven suggestie.

Onder therapeutische hypnose heeft men te verstaan een door S. te weeg gebrachte normalen slaaptoestand, waarin het rapport, tusschen den slaper en den persoon, die den slaap inleidt, blijft bestaan.

Die slaap vertoont alle schakeeringen van af den lichtsten — van den wakenden toestand nagenoeg niet te onderscheiden — vorm tot den diepen slaap, waaruit men wakker wordt zonder herinnering van wat er gedurende het slapen met en buiten ons mocht voorgevallen zijn. Vatbaar voor deze therapeutische hypnose is nagenoeg ieder. Wil men het in een getal uitdrukken dan zijn 97 pCt. van de patiënten hiervoor vatbaar.

In de lichtere stadia van slaap blijft de, in therapeutische hypnose verkeerende, persoon zich rekenschap geven van al wat om hem heen geschiedt en kan ook denken over andere dan de gesuggereerde dingen; en in deze zoowel als in de meer gevorderde tijdperken van slaap blijft hij steeds, door middel van het gehoor, in verbinding met den geneesheer; men noemt dat in rapport blijven.

Als men den aldus gehypnotiseerden patiënt aan zichzelf overlaat, dan zal hij gewoon inslapen en na korteren of langeren tijd spontaan wakker worden of ook, door toespreken van den geneesheer, uit den toestand van gewonen slaap in hypnoseslaap teruggebracht kunnen worden.

De therapeutische suggestie kan gegeven worden vóór, tijdens of na het intreden van den hypnotischen toestand. Aanbeveling verdient het om de therapeutische in de slaapsuggestie in te vlechten en de eerste een of andermaal gedurende de hypnose te herhalen. Van de diepere vormen van therapeutiische hypnose kan partij getrokken worden tot oefening van organen en verbetering van gestoorde verrichtingen.

Zoo kan men bij functioneele verlamming van de onderste ledematen, den slapende loopoefeningen doen verrichten, den stotteraar doen spreken, den lijder aan schrijf-, viool-, pianokramp, doen schrijven of spelen.

Voorts is de suggestieslaap van hooge waarde bij de behandeling van stoornissen in de normale slaapfunctie, van zoogenaamde slapeloosheid.

Dr. Wetterstrand te Stokholm heeft er het eerst op gewezen en proefondervindelijk aangetoond dat men door de verlengde therapeutische hypnose, in vele gevallen van ernstig zenuwlijden, patiënten met het beste gevolg dagen en weken aaneen kan doen slapen.

Waar het geldt ziekte stoornissen te genezen bedient men zich van de therapeutische hypnose waarbij de slaaptoestand wordt ingeleid in allen eenvoud, met vermijding van alles wat angst opwekken en den zenuwlijder nog zenuwachtiger maken kan. Met takt geleid, door een in deze ervaren geneesheer, heeft hare toepassing nimmer schade verricht.

Een andere hypnose is de hystero-hypnose, de slaaptoestand opgewekt bij aan zware vormen van hysterie lijdende personen. Deze werd het eerst gedemonstreerd door den thans overleden Parijschen hoogleeraar Charcot. Het is deze vorm dien men ziet bij publieke voorstellingen van hypnotisme, zooals destijds Donato, Hansen en anderen wel gegeven hebben. Door aanstaren van blinkende voorwerpen, door overrompeling, fascinatie, het slaan op een gong, veelal ook door psychische besmetting, door nabootsing, wordt een toestand van verhoogde suggestibiliteit opgewekt bij personen die een zeer wankelbaar geestelijk evenwicht vertoonen, bij lijders aan hysterische toestanden of die daartoe voorbeschikt zijn. Menigeen heeft wellicht eene dergelijke voorstelling van proefnemingen met hypnotisme bijgewoond en zal zich dan de afkeerwekkende toestanden herinneren waarin de hypnotiseur zijn proefpersoon wist te brengen en de zedelijke slavernij waaraan hij hen kon onderwerpen.

Nadeelige gevolgen van deze experimenten bleven niet uit en terecht worden dan ook dergelijke publieke voorstellingen als schadelijk afgekeurd en op vele plaatsen door de overheid verboden.

Niet genoeg kan er gewaarschuwd worden tegen het doen van proefnemingen met hypnotiseeren door onervarenen en bij wijze van vermaak. Een en andermaal is dat spel noodlottig geworden voor den proefpersoon en ontpopten zich ernstige hysterische verschijnselen bij hiertoe voorbeschikte individuen.

Waar geneesheeren de experimenteele hypnose toepassen, daar verandert de zaak. Deze handelen met vclkomen oordeel des onderscheids en weten het wapen te hanteeren en alleen aan te wenden in het belang van den patiënt en van de studie van het zieleleven.

Zoo hebben de oostenrijksche geneesheeren dr. S. Freud en dr. J. Breuer haar weten te benuttigen voor de behandeling van hysterischen om deze te bevrijden van herinneringen die hen plagen en van de ziekte-verschijnselen die daarvan het gevolg zijn.

Zij hebben partij getrokken van het feit, dat in hypnose verkeerende personen dikwijls in staat zijn zich dingen voor den geest te brengen die zij zich niet meer herinnerden in wakenden toestand, om bij hysterischen het veelal duistere oorzakelijk moment van hun ziek worden uit te vorsohen.

Proefnemingen, die zij in dezen zin deden, slaagden in enkele gevallen goed. Wat zij in wakenden toestand niet konden, vermochten diezelfde persononen in hypnose. Zij waren in staat, op daarop betrekking hebbende vragen, aanwijzing te geven van de ziekte-oorzaak, van een soms vele jaren vroeger plaats gehad hebbend feit, van een psychisch trauma (verwonding van het zieleleven), een gemoedsaandoening die zich had opgekropt, waarvan zij niet door eens uit te schreien, of zich uit te spreken of door eens uit te razen, waren verlost geworden, en, dat nu in den loop van de latere jaren, in zekeren zin als een vreemd lichaam werkend (ingeklemde aandoening), bij hen de hysterische verschijnselen telkens opwekte en onderhield.

Voorts vonden genoemde onderzoekers, dat de hysterische verschijnselen dadelijk en voor goed ophielden; als het hun gelukt was, eerst de herinnering aan het ziekmakend feit tot vol bewustzijn te brengen en de begeleidende gemoedsaandoeningen op te wekken; als daarna de patiënt zoo uitvoerig mogelijk het gebeurde uiteenzette en uiting gaf aan de gemoedsaandoening; en eindelijk als hem vergetelheid voor het ziekmakend feit was gesuggereerd.

Zij hebben deze behandelingswijze de cathartische methode genoemd (afgeleid van purgatie = ontlasting).

< >