(bet. in de plaats stelling, lat. substituere, in de plaats stellen) is o. m. een term in het romeinsche erfrecht, dat 3 gevallen van substitutio (vulgaris, pupillaris en quasi-pupillaris) onderscheidt. S. vindt plaats in het le geval wanneer de erflater een tweeden erfgenaam aanwijst voor de mogelijkheid, dat de eerste erfgenaam van de erfenis afziet of voor de mogelijkheid, dat een minderjarig kind voor zijn meerderjarigheid overlijdt (2e geval), en in het 3e geval, wanneer de verwanten in de opgaande linie een erfgenaam benoemen voor een krankzinnig, vaderloos kind, indien dit kind in staat van krankzinnigheid komt te overlijden.
In de wiskunde beteekent 8. ’t vervangen van een vorm door een anderen, die dezelfde waarde heeft. In de scheikunde spreekt men van S., als een reactie zoodanig plaats vindt, dat een of meerdere atomen in een molecuul van een samengestelde stof door een of meerdere atomen van een ander element vervangen worden.