scheikundige bewerking om vluchtige stoffen te scheiden van niet-vluchtige; verschilt van de destillatie slechts hierin, dat het bij afkoeling van damp verkregen product vast is (sublimaat geheeten), terwijl een destillaat vloeibaar is. De S. wordt meestal verricht in kolven; de sublimeerende zelfstandigheid zet zich dan gewoonlijk in den hals der kolf af.
Bij aanmaak in het groot (kamfer, salmiak) bedient men zich van ijzeren ketels.