een aanzienlijke russ. familie, stamt af van Anika S., een ondernemend koopman van Nowgorod. Zijn drie zonen, Jakow, Grigorij en Ssemen Anikitsch S., legden langs de Karna meerdere steden en versterkte dorpen aan en hadden met Jermak Timofejew een belangrijk deel aan de verovering van Siberië.
Meerdere leden van dit geslacht bekleedden hooge staatsambten. Grigorij Alexandrowitsch S., m 1770 geb., een beroemd staatsman, in 1826 tot den gravenstand verheven en in 1857 te Petersburg overl., redde in 1821 als russ. gezant te Konstantinopel door zijn verstandig beleid vele duizende Grieken het leven.Zijn oudsten zoon, graaf Sergei S., generaal der kavalerie, gouverneur van Riga en Minsk, lid van den rijksraad, werd in 1857 het toezicht over de archaeol. opgravingen in Rusland opgedragen. In deze betrekking deed hij in 1860 het werk verschijnen: Comics rendus de Ui eommission archéoUagique, waarop weldra een Recueil d’antiquités de Ui Scythic (1866 vlg.) volgde. De hem in 1859 opgedragen waardigheid van gouverneur-generaal van Moskou legde hij spoedig neder, daar hij inmiddels tot curator van den toenmaligen troonopvolger, Nikolaas, benoemd was. In 1865 werd hij tot president van het hoofdcomité der spoorwegen in Rusland aangesteld. Hij overl. 1882.
Zijn broeder, graaf Alexander S., geb. 1796, was van 1839—41 minister van binnenl. zaken, werd 1855 gouverneur-generaal van NieuwRusland, en overl. 1890. Diens zoon, graaf Grigorij S., 1856 gehuwd met de hertoginweduwe van Leuchtenberg, overl. in 1879.