Gepubliceerd op 18-03-2021

Stempelsnijkunst

betekenis & definitie

heet de kunst, figuren en letters in stempels te snijden. Hiervoor gebruikt men zacht staal, dat gehard wordt, nadat men er in heeft gesneden.

De figuren worden in relief «aangebracht of ingesneden. Bij de Grieken werd de S. voor 't eerst beoefend (zie hiervoor Raoul Rochette, Sur les gravures des monuments grecs). De Romeinen blonken uit in de S. en kenden reeds de stempelpers. Vooral de munten uit den tijd van Augustus zijn fraai en sierlijk bewerkt. Eerst in de 12de eeuw echter legden de munten hun ruwere vormen af en vertoonden een fraaiheid van bewerking, die nog onze bewondering opwekt. Vooral in Frankrijk en Italië bereikte de S. een groote verfijning, terwijl de gouden munten van keizer Frederik II de duidelijke sporen van navolging der antieken dragen. In de 14de eeuw stonden naast Italië en Frankrijk, Vlaanderen en Brabant aan de spits der S. en ontstonden daar scholen te harer beoefening.

De van groote kunstvaardigheid getuigende medailles van Bazin onder Bodewijk XIV gelden nog als meesterstukken. In de 17de eeuw bloeide de S. ook in Nederland; de munten en penningen van ons vaderland uit dit tijdperk, zijn vaak modellen van bewerking en opvatting. Van de oudere nederl. stempelsnijders noemen wij: Johannes Lutma den oudere en den jongere, A. van der Willigen, Jurriaan Pool, Muller, Pieter van Abeele, Jan en Maarten Smeltring, Maarten Holtzhey en N. van Swinderen. Van de voornaamste stempelsnijders uit den nieuweren tijd vermelden wij: Adriaan Bemme Jansz., David van der Keilen (vader en zoon), Philip van der Keilen, Johannes en J. P. Schouberg, J.

P. Menger, S. C. Elion en M. C. de Vries. Een uitvoerige behandeling der nederlandsche S. gaf Dr.

J. J. Wap in het tijdschrift „Astrea” (jaarg. 1854 en 55).

< >