(lat. Jus fori) stapelvrijheid, recht van entrepot, was in de middeleeuwen de bevoegdheid eener stad (plaats met eigen bestuur) om te eischen, dat de aangevoerde koopwaren niet terstond door- of voorbijgevoerd mochten, maar aldaar opgeslagen en eenigen tijd in het openbaar ten verkoop zouden worden aangeboden alvorens ze verder te vervoeren.
Vergel. Van de Wall, Handelsrecht en Privaatrecht (Dordrecht).