Buiten de gewone handbrandspuiten, bestaande uit een pompstang die door mannen in beweging gebracht wordt, waarbij de opgaande in de pomp het water opzuigt en de neerwaartsche het water in de slangen perst, heeft men tegenwoordig met het oog op grooter te verkrijgen hoeveelheid water, andere systemen ingevoerd. (Zie de bij dit art. behoorende plaat.)
Fig. 1 geeft een stoombrandspuit; hierbij wordt de pomp (of pompen) door een stoomzuiger bewogen. De opbrengst is hier 1500 liter per minuut met een straal van 65 M. De cylinders worden het meest staande aangebracht, de cylinders en pompen in langsrichting om gemakkelijk de kleppen te kun-
nen nazien. De ketel is zoo gebouwd, dat in 9 a 10 minuten een over-stoomdruk van 7 atmosf. verkregen kan worden. De stoker neemt, gedurende den rit naar 'de plaats des onheils, op een platform achter den ketel plaats, waar tevens een kolenbergplaats en waterreservoir aanwezig zijn. De pompen zijn van kanonmetaal uit één stuk gegoten. Op den bok nemen .de brandweerlieden plaats.
Een drijvende spuit (fig. 2), ook veel in gebruik, doet dienst bij brand in de haven; a. is de machine voor het draaien der schroefas; b. is de ketel geschikt voor snelopstoken, terwijl c, een hulpketel, steeds onder stoom gehouden wordt; e. is de staande driecylinderpomp voor het aanzuigen en wegpersen. Buitenboord wordt het water aangezogen en geperst in een verdeelkast f, geplaatst vóór den schoorsteen. In de verdeelkast zijn pl.m. 10 gaten voor aansluiting naar alle richtingen aangebraoht, terwijl in het midden een draaibare buis is geplaatst. Deze drijvende spuit kan 3.8 kub. M. water per minuut leveren bij stralen van 20 m.m. diameter, of door de middelste van 50 m.m. diameter. Bij een brand in de haven kan ze geschikt de schepen, welke in gevaar zijn, wegslepen.
Behalve de stoombrandspuiten heeft men nog benzine-motorspuiten, koolzuur- en electrische spuiten. Bij de benzine-motorspuit is de stoommachine vervangen door een benzinemotor. Water vermengd met koolzuur is beter geschikt voor blusschen dan gewoon water. De koolzuurspuit heeft den gewonen wagenbouw. Hierop is een ketel aangebracht welke pl.m. 500 L. water kan bevatten, dicht daarbij zijn 2 koolzuurflesschen geplaatst. Wordt nu van een der twee een ventiel geopend, dan kan de ketel in 20 sec. een druk krijgen van 4 atmosfeer, hierdoor wordt het water in de slang 30 M. hoog gespoten.
Fig. 3 is een electrische spuit. Een pomp E met luchthelm D, gedreven door electromotor A, welke door middel van tandwielen een krukas bewegen, waaraan de plungers zijn gekoppeld.