Trn., Spinazia, plantengeslacht van de fam. Chenopodiaceae.
Uit Klein-Azië door de Arabieren naar Spanje overgebracht, is deze plant een gezocht moeskruid geworden voor geheel Europa.S. oleracea L., (S. spinosa Moench.) heeft bijna driehoekige vruchtomhulsels, wier tanden tot stekels zijn uitgegroeid; S. glabra Mi 11., (S. enermis Moench.) heeft bijna kogelronde vruchtomhulsels, wier tanden niet tot stekels vervormd zijn. Beide soorten zijn éénjarig doch kunnen ook tweejarig worden, wanneer zij in den herfst worden uitgezaaid. In 0.Indië kweekt men S. tetrandra Stev. is een gezond voedsel wegens het gehalte aan ijzer. Onder den naam van engelsche of altijddurende spinazie kweekt men Bumex Patientia L. Somtijds heeft men vergiftigingsverschijnselen waargenomen na het gebruik van R. P., n.l. braking, diarrhee, maag- en buikpijn, vooral bij tweejarige planten. Men vermoedt dat R. P. in het tweede jaar stoffen gaat bevatten die in staat zijn genoemde verschijnselen te veroorzaken. Nieuwzeelandsche spinazie, Tetragonia expansa Murr. is een plant uit . Japan en Nieuw-Zeeland, met dikke vleezige bladeren en geelgroene bloemen.