1701—14. Met den kinderloozen koning Karel II van Spanje (1665—1700) dreigde het habsburgsche huis in Spanje uit te sterven.
Op aandringen van Holland en Engeland kwam 11 Oct. 1698 het haagsche deelingsverdrag tot stand, volgens hetwelk de beiersehe prins Jozef Ferdinand het spaansche moederland en de koloniën, zijn vader Max Emmanuel het stadhouderschap over de Nederlanden zou krijgen, Frankrijk en Oostenrijk de overige spaansche erflanden onder elkander zouden verdeelen. Over deze inmenging verbitterd, stelde Karel II zijn achterneef Jozef Ferdinand tot algemeen erfgenaam aan; doch deze overleed plotseling in Febr. 1699. Bij geheime oorkonde stelde Karel thans hertog Philips van Anjou tot erfgenaam aan en deze werd na den dood des konings (1 Nov. 1700) door Lodewijk XIV, zijn grootvader, 23 Jan. 1701 als koning naar Spanje gezonden. Bijna terzelfder tijd drong keurvorst Max Emanuel met fransche hulptroepen de hollandsche bezettingen uit de grenssteden. Daarop sloten de zeestaten 7 Sept. 1701 met den keizer een of- en defensief verbond in Den Haag. Keizer Leopold zond prins Eugenius naar Savoye en ook in Duitschland begon de oorlog. Een engelsch-hollandsch eskader landde voorts in Cadix, terwijl ook koning Pedro II van Portugal zich bij de verbondenen aansloot; 8 Maart 1704 landde aartshertog Karel, zoon van keizer Leopold en pretendent naar den spaanschen troon, als koning Karel III in Lissabon. De eerste groote beslissende slagen vielen echter in Duitschland. De overwinning van prins Eugenius en Marlborough bij Höchstadt 13 Aug. 1704 bracht den Franschen den gevoeligsten slag toe. Na de overwinning van Marlborough bij Ramillies 23 Mei 1706 liet hij den spaanschen koning Karel III als 'heer der Nederlanden uitroepen. Na de overwinning van prins Eugenius bij Turijn huldigde geheel spaansch Italië, benevens Sicilië en Sardinië het huis Habsburg. In Spanje bleef de beslissing tusschen Philips V en Karel III lang twijfelachtig. Op 3 Aug. 1704 maakten de Engelschen zich van Gibraltar meester. Voorts werd Catalonië voor Karel III veroverd, terwijl Philips V zijn intocht deed in Madrid. De Franschen verloren vervolgens Vlaanderen en Brabant door de overwinning van prins Eugenius en Marlborough bij Oudenaarde 11 Juli 1708; nogmaals werden zij verslagen bij Malplaquet 11 Sept. 1709. Keeds meende Lodewijk XIV zijn kleinzoon tot afstand van Spanje te moeten raden, toen Philips met maarschalk Vendóme tegen Karel III te velde trok. Achtereenvolgens werden Stanhope en Starhemberg (10 Dec. 1710) verslagen, en bleef Karel III niets over dan Barcelona.Inmiddels wenschte Engeland den vrede en overleed 17 April 1711 keizer Jozef I, die 1705 keizer Leopold was opgevolgd, zoodat er kans kwam, dat de kronen van Spanje en Oostenrijk op één hoofd vereenigd werden. Toen nu 5 Nov. 1712 Philips V plechtig afstand deed van zijn opvolgingsrecht in Frankrijk, kwam het tot een wapenstilstand tusschen Engeland en Frankrijk, waartoe ook Holland toetrad, en welke gevolgd werd door den vrede van Utrecht 13 April 1713. Ook keizer Karel VI machtigde eindelijk prins Eugenius tot het sluiten van een wapenstilstand met Villars, keurde den door hem gesloten vrede van Rastatt van Maart 1714 goed, waartoe ook het duitsche rijk te Baden (Aargau) 7 Sept. toetrad.