Ophiuroidea, een orde der Stekelhuidigen of Sterdieren, van de klasse der Zeesterren. De S. hebben een ronde lichaamsschijf, waaraan 5 of 6 lange, dunne, zeer bewegelijke rolronde armen geplaatst zijn, waarin de lichaamsholte zich niet voortzet.
De madreporenplaat bevindt zich aan de buikzijde; de mond, die tevens als aars fungeert, heeft 5 spleten, in de gedaante eener ster; de ambulacraalgroeve ligt niet open, maar is bedekt met huidschilden of met huid, en door openingen daarin treden de ambulacraalpootjes naar buiten. In de onderafdeeling der Ophiuridea, de Eigenlijke S., is de lichaamsschijf ongeribd, rond of vijfhoekig, armen onvertakt en naakt of met dwarse rijen van stekeltjes of tepeltjes bezet, de huid der schijf of naakt of met korreltjes, stekeltjes of schubjes bedekt; 3 familiën: Ophiolepidae, de Addersterren, schijf bedekt met groote kalkschubben, armen als gevat in uitpuilende interradiale gedeelten; bewonen de zee; zie afb. bij het art. Adderster; Ophiopholidae, bekleeding als lichaamsschijf ongeveer als voren, uitpuilende gedeelten ontbreken echter, zoodat de armen niet in een insnijding der schijf gevat zijn; Atl. oceaan en andere warme zeeën; Ophiomyxidae, lichaamsschijf naakt, d. i. bekleed met een weeke huid, soms met uitzondering van de armen, die dan een bekleedsel van ruwe stekels hebben; bij eenige geslachten ontbreken de ambulacraalpootjes; de weinige soorten leven verspreid; door hun grijparmen vormen zij een overgang tot de volgende groep, die der Euryalidae of Medusahoofden, wier soorten zoowel aan de schijf als aan de armen een naakte of fijnkorrelige huidbekleeding hebben; de armen, enkelvoudig of vertakt, zijn ware grijparmen, die zich binnenwaarts, naar de mondvlakte toe, kunnen omrollen; twee fam.: de Asteronycidae, enkelvoudige armen, zeeën van West-Indië, eene soort op de kust van Noorwegen; Trichasteridae, vertakte armen; bewoners der tropische zeeën.
