een der grootste rivieren van Afrika, ontstaat door de vereeniging van de Bafing en de Bakhoy. De S. vormt daar de groote watervallen van Guinea, en nabij Medina de Feloe-cataracten; bij Bakel (900 km. van de kust), verlaat zij het gebergte, betreedt een uitgestrekt moerasland, maakt tallooze bochten, vormt een menigte vruchtbare eilanden, en splitst zich 286 km. van haar monding in verscheidene armen, die zich alle ontlasten in den Atlantischen oceaan.
Zij is 1700 km. lang, haar mondingsdelta heeft een oppervlakte van 1500 km.2. Aan de monding liggen meerdere eilanden, op een waarvan de stad St. Louis gelegen is. Zij is in den regentijd (Juni— midden Oct.) tot Kaves bevaarbaar voor stoombooten.