Galapagos (niet Galapógos-) eilanden sinds 1890 officiéél Archiepelago de Colon, archipel in den Stillen oceaan ter weerszijde van den evenaar, 950 km. w. van de kust van Ecuador, waartoe hij behoort, bestaat uit 13 grootere en vele kleine eilanden, te zamen 7643 km.2 groot. Het grootste eiland is Albemarle, andere groote zijn James, Chatham, Indefatigable, Cnarles (met de uitmuntende haven Post-üfficebaai) en Bindloe.
De S. zijn vermaard om hun eigenaardige plantenen dierenwereld; de vroeger hier zeer talrijke schildpadden zijn vrijwel uitgeroeid. Vulkanisch (2000 uitgedoolde vulkanen). In de 16de eeuw door de Spanjaarden ontdekt, doch niet bezet, later bijna uitsluitend door vrijbuiters en walvisehvaarders bezocht; in 1832 in bezit genomen door Ecuador. Vier der S. werden toen afgestaan aan zekeren generaal Villamil uit Louisiana, die er een kolonie stichtte ter eere van den toenmaligen president van Ecuador, Flores, La Floreana geheeten. Weldra ging deze kolonie weer te niet. Even weinig resultaat had de poging der regeering om van de S. een strafkolonie te maken.