meestal Satti, of volgens engelsche schrijfwijze Sutti of Suttee, de weduwenverbranding in Indië; S. beteekent in het Sanskriet: de goede, de trouwe; als zoodanig gold in Indië reeds vroegtijdig de vrouw, die zich bij den dood van haar echtgenoot mede op den brandstapel liet verbranden. De naam S. is eerst sedert de 17de eeuw door de Europeanen ten onrechte op 'de verbranding zelve overgebracht.
De weduwenverbranding is in Indië zeer oud en oorspronkelijk wellicht tot de kaste der krijgslieden beperkt geweest; zij wordt reeds door de grieksche schrijvers ten tijde van Alexander d. Gr. vermeld en herhaaldelijk in het indische epos; zij is tegenwoordig door de eng. regeering streng verboden.
