geb. 1840 te Rotterdam, genoot zijn muzikale opleiding o. a. van Verhuist, Winterberger (Weenen), Damcke (Brussel), Mikuli (Lemberg); was van 1860— 63 leeraar aan de muziekschool te Lemberg, van 1863—74 te Rotterdam, van 1877—84 leeraar aan het conservatorium te Keulen, en werd 1900 directeur aan het conservatorium te Stuttgart; ook dirigeerde hij den Verein für Klass. Kirchenmusik en Lehrerges.
Ver. Voornaamste werken: oratorium, orgelsonaten, kwartetten, liederen en kerkkoren, drie symphonieën.