ten tijde van keizer Hadrianus de voornaamste romeinsche jurist, die door de latere romeinsche juristen meer dan eenig ander telkens wordt aangehaald als autoriteit. Hij had het grootste aandeel aan de onder keizer Hadrianus voorgenomen samenstelling van het „Edictum praetorium”.
In de pandecten (zie ald.) van Justinianus zijn 457 plaatsen uit de juridische werken van J. bewaard gebleven.