een tot het Duitsche Rijk behoorend groothertogdom, in grootte de 11de, iin bevolking de 13e bondsstaat, ligt tusschein de pruis. provinciën Saksen en Hessen-Nassau, Beieren, het koninkrijk Saksen, de Saksische hertogdommen en de vorstendommen Schwarzburg en Reuss, is 3617 km.2 groot en telde in 1900: 362.873 inw. (w. o. ruim 14.000 kath. en 1200 israelieten). Middelen van bestaan: landbouw, boschcultuur, mijnbouw (steenkool, bruinkool, mangaanerts), industrie.
Onderwijs: 480 lagere scholen, 3 gymnasia, enz. S. is een constitutioneele erfelijke monarchie; grondwet van 5 Mei 1816; landdag van 33 afgevaardigden (indirecte ver- kiezing). S. is verdeeld in 5 districten: Wei- mar, Apolda, Eiisemach, Dermbach en Neustadt I a. O. Hoofdstad is Weimar.
Geschiedenis
De linie Saksen-Weimar werd 1640 gesticht door Willem, zoon van hertog Johan van Weimar. Hertog Ernst August van Weimar vereenigde alle bezittingen van het oude vorstendom en beveiligde het voor verdere verdeelingen door invoering der primogenituur en der huiswet van 1724. Onder zijn kleinzoon Karel August (1758—1828) werd Jena een verzamelplaats der grootste geleerden, evenals Weimar door het beroepen van Goethe, Herder, Schiller e. a. de muzenstad van dien tijd. In 1806 had hij zich bij Pruisen aangesloten en moest 15 Dec. 1806 tot het Rijnverbond toetreden, waarmede hij souverein werd. Op het congres van Weenen ontving Karel August de waardigheid van groothertog en een uitbreiding van gebied. Na het herstel van den vrede bracht de groothertog door overleg met den landdag 5 Mei 1816 een vrijzinnige constitutie met volksvertegenwoordiging tot stand; de daarin gewaarborgde vrijheid van drukpers moest echter later op aandringen der groote duitsche bondsstaten eerst beperkt en volgens de besluiten van Karlsbad (1819) geheel opgeheven worden. Karel August werd opgevolgd door zijn zoon Karel Frederik, die de regeering op de humane wijze van zijn vader voortzette. Tengevolge van de politieke beroeringen van het jaar 1848 beloofde de groothertog 9 Maart een onderzoek der bezwaren. Met betrekking tot de duitsche aangelegenheid streefde de regeering van S. oorspronkelijk naar de oprichting van een koninkrijk Thuringen onder het groothertogelijk Saksische huis, vervolgens naar de vorming van een saksisch-thuringsche statengroep. Deze plannen werden echter niet vervuld; maar daarvoor vonden er een aantal inwendige hervormingen plaats. Op 8 Juli 1853 overleed groothertog Karel Frederik en werd opgevolgd door zijn zoon Karel Alexander, onder wien de financiëele aangelegenheden van het huis geregeld werden; 25 Juli 1868 werd een zeer vrijzinnige perswet uitgevaardigd; 1866 sloot de groothertog, regeering zich bij Pruisen aan, terwijl het groothertogdom tevens tot den Noordduitschen Bond toetrad. Op 5 Jan. 1901 overleed groothertog Karel Alexander, die 1842 gehuwd was met prinses Sophie, dochter van koning Willem II der Nederlanden; hij werd opgevolgd door zijn kleinzoon Willem Ernst.