Gepubliceerd op 18-03-2021

Saccharine

betekenis & definitie

een in 1879 door C. Fahlberg ontdekt en thans in Duitschland, Frankrijk en Zwitserland fabriekmatig bereid lichaam.

Het uitgangsmateriaal voor S. is toluol, dat uit steenkoolteer gewonnen wordt. Zij is een wit poeder; uit heet water kristalliseert S. in naaldjes. In den kleinhandel vindt men de stof meest in den vorm van kleine tabletjes („zoetjes”). Gewone S. verzoet 300-maal zoo sterk als een gelijke hoeveelheid rietsuiker, geraffineerde S. 550-maal. Voedingswaarde bezit zij niet; zelfs wordt het gebruik nadeelig geacht, vooral voor de spijsvertering en voor de nieren. S. wordt, wijl zij veel goedkooper is dan suiker, in Nederland heimelijk en openlijk gebruikt als suiker-surrogaat. In de meeste landen is zulks ten strengste verboden, en mag S. alleen voor medicinale doeleinden (op recept en als zoetstof voor diabeteslijders) verstrekt worden. Hier te lande is de strijd tegen de S. of „leugensuiker” vooral gevoerd door Dr. M. Greshoff, in een vlugschrift: Geen saccharine in de huishouding!, uitgegeven door den Anti-suikeraccijnsbond (1905, nieuwe uitgave, 22ste duizendtal).

< >