Gepubliceerd op 23-02-2021

Robert koch

betekenis & definitie

duitsch geneeskundige, geb. 11 Dec. 1843 te Clausthal; vestigde zich als practiseerend geneesheer in Posen; publiceerde 1872—80 een reeks bacteriologische onderzoekingen omtrent wondinfectie, septichaemie enz., kreeg daarop een aanstelling bij den rijks-gezondheidsdienst, ontdekte bij zijn verdere onderzoekingen de tuberkel- en de cholerabacil, en werd 1885 hoogleeraar te Berlijn en directeur van het nieuw opgerichte hygiënische instituut aldaar; publiceerde 1890 zijn, groot opzien verwekkende, onderzoekingen aangaande de tuberculine (zie ald.) en haar beteekenis als geneesmiddel tegen de tuberculose. 1891 werd hij directeur van het pas opgerichte instituut voor infectieziekten, waayop hij zijn overige betrekkingen neerlegde. 1896 ging hij in opdracht der engelsche regeering naar Zuid-Afrika, om hier de runderpest te bestudeeren; in 1897 naar Indië, waar hij aan het hoofd werd gesteld van de duitsche commissie belast met een onderzoek van de pest. In den herfst van 1897 naar Duitsch-Oost-Afrika gegaan om de malaria te bestudeeren, begaf hij zich in 1899 met gelijk doel voor eenigen tijd naar Java.

Hij schreef o.a.: Aetiologie des Milzbrandes (1876), Untersuchungen über die Aetiologie der Wundinfektionskrankheiten (Leipz. 1878), Uebcr die Milzbrandimpfung (1883), Beitrag sur Aetiologie der Tuberkulose (1882), Aerztliche Beobachtungen in den Tropen (Berl. 1898), Reisebericht über Rinderpest, Bubonenpest in Indien und Afrika, Tsetse- oder Sarrakrankheit etc. (ald 1898), Ergebnisse der vom Deutschen Reich ausgesandten Malariaexpedition (aldaar 1900), verhandelingen in vakbladen, enz.

< >