fransch geestelijke, geb. te Landernau 1765, overl. te Parijs 1818, bood zich aan om Lodewijk XVI in diens laatste oogenblikken bij te staan, wat hem het leven zou hebben gekost zonder de voorspraak van zijn oud-leerling Mathieu, lid der Conventie. Vermomd wist hij gedurende het schrikbewind de priesterlijke bediening te Versailles uit te oefenen.
Onder het keizerrijk verwierf hij veel invloed door zijn redenaarstalent en zijn liefdadigheid. Van zijn geschriften verdienen vooral vermelding Sermons (1820—1834) en Le mentor Chrélien (1797).