gewoonlijk Renatus Cartesius geheeten, een van de hervormers der philosophie, geb. 31 Mrt 1596 te La Haye in Touraine, legde reeds op de Jezuïtenschool te Laflèche groote scherpzinnigheid aan den dag, deed uitgestr. reizen, nam dienst bij het leger van prins Maurits, ging daarop n. Duitschland, trad hier onder Tilly in beierschen dienst, nam echter weldra ontslag, en begaf zich, na verscheidene reizen en nog eens als soldaat aan het beleg van La Rochelle te hebben deelgenomen, naar de Nederlanden terug, waar hij het grootste deel van zijn schriftelijken arbeid voltooide, een schare leerlingen om zich verzamelde, en ook in vele geleerde twistvragen, vooral van theologischen aard, gewikkeld werd ; in 1649 ging hij naar Stokholm, op uitnoodiging van koningin Christina; hij overl. in deze stad 11 Febr. 1650; zijn lijk werd 16 jaren later naar Parijs gebracht en in de kerk der heilige Geneviève du Mont bijgezet; in 1852 werd te Tours een standbeeld voor hem opgericht.
Het doelwit van D’s wijsbegeerte is het verkrijgen van een vaste wijsgeerige overtuiging. Het resultaat zijner vorschingen is in hoofdzaak neergelegd in zijn Discours de la méthode pour bien conduire sa raison et chercher la vérité dans les sciences (onder de Essais philosophiques, 1637), zijn Meditationes de prima philosophia (Amsterd. 1641), en in Principia philosophiae (Amst. 1644).
