Gepubliceerd op 23-02-2021

Raimund montecuccoli

betekenis & definitie

of Montecuculi, (graaf) duitsch rijksvorst en hertog van Melfi, oostenrijksch veldheer, geb. 21 Febr. 1609 op het slot M. bij Modena, trad 1625 in het leger en streed als ritmeester in den slag bij Breitenfeld (1631), waar hij werd gewond en bij den terugtocht gevangen genomen. 1632 trad hij opnieuw in keizerlijken dienst, had 1634 een belangrijk aandeel in de overwinning bij Nördlingen, 17 Juli 1635 in de bestorming van Kaiserslautern en werd daarop tot overste benoemd. M. onderscheidde zich 1636 bij Walmirstadt en Wittstock, streed 1637 in Pommeren en werd 1639 door Banér bij Melnik in Boheme verslagen, gewond en bij den terugtocht nogmaals gevangen genomen; 1642 trad hij weer bij het keizerlijk leger in Silezië in dienst, versloeg bij Troppau een vijandelijk korps en nam Brieg in; 1643 kwam hij aan het hoofd der troepen van den hertog van Modena, die hem den titel van veldmaarschalk verleende; 1644 door den keizer tot luitenant-veldmaarschalk en lid van den hofkrijgsraad benoemd, streed hij in Frankenland, Saksen en Beieren, ondersteunde 1645 aartshertog Leopold tegen den vorst Rakóczi van Zevenbergen, opereerde vervolgens tegen maarschalk Turenne en streed 1646 tegen de Zweden in Silezië en Boheme. 1647 had M. het hoofdaandeel in de overwinning op Wrangel bij Triebel in Silezië en werd daarvoor tot generaal der cavalerie benoemd; in den slag bij Zusmarshausen (1648) dekte hij den terugtocht.

Na den vrede nam M. weer deel aan de verhandelingen van den hofkrijgsraad en werd hij voor diplomatieke zendingen gebezigd, o. a. naar Zweden aan het hof van koningin Christina en naar Londen tot Cromwell; 1657 kreeg M. na den dood van Hatzfeld het bevel over het door den keizer aan den poolschen koning Jan Casimir tegen Rakóczi en de Zweden ter hulp gezonden korps, verdreef de Zweden uit Duitschland en veroverde onder het opperbevel van den grooten keurvorst Holstein, Sleeswijk, Jutland en Pommeren, waarvoor hij 1658 tot veldmaarschalk benoemd werd. Na den vrede te Oliva 1660 werd M. geheimraad en gouverneur van Raab en kreeg het bevel over het leger, dat de keizer naar Zevenbergen tegen de Turken zond; 1 Aug. 1664 behaalde hij bij de abdij St. Gotthard de eerste beslissende overwinning, waarvan een wapenstilstand voor 20 jaar het gevolg was. Na den vrede aanvaardde M. 1668 de leiding van den hofkrijgsraad en der artillerie; bij het uitbreken van den oorlog tusschen Frankrijk en Holland kreeg hij 1672 het opperbevel over de keizerlijke hulptroepen; hij veroverde Bonn, bracht de vereeniging van zijn leger met dat van den prins van Oranje tot stand en stuitte aldus het voortrukken van Lodewijk XIV. Wel legde hij 1674 zijn commando neer, doch reeds 1675 werd het hem opnieuw opgedragen, om aan den Rijn aan Turenne het hoofd te bieden. Beiden manoeuvreerden hier 4 maanden lang tegenover elkander om het bezit van Straatsburg, totdat Turenne 27 Juli 1675 bij Sassbach den dood vond.

M.' vervolgde de Franschen tot naar den Elzas en belegerde Hagenau en Zabern; doch door het verschijnen van Condé zag hij zich genoodzaakt, den Elzas weer te verlaten, en belegerde daarop Philippsburg, totdat in zijn plaats hertog Karel van Lotharingen het bevel over de keizerlijke en rijkstroepen kreeg. M. wijdde zich verder aan de zaken van den hofkrijgsraad en aan letterkundigen arbeid. Keizer Ferdinand III verhief hem 1651 tot duitsch rijksvorst en de koning van Napels schonk hem het hertogdom Melfi; hij overl. 16 Oct. 1680 te Linz. Zijn talrijke militaire geschriften bevinden zich in het k. k. krijgsarchief te Weenen. De Opere di Montecuccoli verschenen in 2 dln. (Milaan 1807—08), voorts Opere militari, uitgeg. door Grassi (Turijn 1821). Zijn hoofdwerk zijn de Commentarii bellid cum puncto artis beïlicae systemate (Weenen 1718; ook in fransche, duitsche en ital. vertaling).Met den dood van zijn zoon, vorst Leopold Philipp M., stierf 1698 de vorstelijke linie van het huis weer uit; daarentegen bloeien twee grafelijke liniën daarvan nog thans in Oostenrijk en Italië.

< >