R. Br., plantengeslacht der faun Rafflesiaceae, in O.-Indië woekerplant op de wortels van Cissus- en Vitissoorten.
De geopende bloem van R. Arnoldi R. Br. heeft een doorsnede van bijna 1 m. Zij bestaat uit een vijf-slippig, vleezig bloemdek van helder roode kleur, en een dikke roode zuil van talrijke meeldraden of stampers. De bloemen zijn tweehuizig en verspreiden een ondragelijken stank van rottend vleesch, waardoor vliegen worden aangelokt die de bestuiving bevorderen. De eerste bloemen werden ontdekt in 1818 door sir Josef Arnold. Een kleiner soort: R. patma BI urne, met bloemen van 40—60 cm., werd door Blume in 1824 gevonden. R. Hasselti Suringar, eveneens van Java, zie plaat Hysterophyten I, fig. 1, blz. 4208.