Gepubliceerd op 18-03-2021

Preek

betekenis & definitie

of predikatie (lat, praedicatio) in de christelijke kerk de openbare verkondiging van het woord Gods aan de vergaderde gemeente. Hoewel wij bij de profeten en de synagoge iets dergelijks aantreffen, werd de eigenlijke prediking het eerst door Christus in het leven geroepen en beoefend en hij zond over de gansche wereld zijne apostelen, om aan alle schepsel het evangelie te prediken.

De P. vormde dan ook reeds vroegtijdig een deel der godsdienstoefening. Reeds in de eerste eeuwen preekte men op Zon- en feestdagen en andere tijden van het jaar; dikwijls werden in eenzelfde godsdienstoefening meerdere preeken gehouden. De P. behoorde tot het ambt van den bisschop, die daarin door de priesters werd bijgestaan; bij uitzondering geschiedde het door diakens. Na Origenes (pl.m. 255) kwam vooral de zich nauw aan de H. Schrift aansluitende P., de z.g. homilie tot groote ontwikkeling, doch ook de vrijere, een of ander punt der christelijke leer behandelende P. ontwikkelde zich in datzelfde tijdvak. In deze tijden (4e—7e eeuw) bracht de kerk haar grootste redenaars voort. Gregorius van Nazianze, Basdlius, Joannes Chrysostomus in het oosten, Augustinus, Leo de Groote en Gregorius de Groote in het westen voerden de christelijke prediking tot een nog niet overtroffen hoogte op.In de middeleeuwen begon met de kruistochten en met de stichting van vele geestelijke orden, welker hoofddoel de prediking was, een nieuw tijdperk van gr ooien bloei. Ook buiten de kerk begon men te preeken. De H. Bernardus is de beroemdste redenaar van dezen tijd, en later in ons vaderland de Franciscaan Jan Brugman. Vandaar nog heden het spreekwoord: „Hij kan praten als Brugman”. De groote strijd, door het protestantisme veroorzaakt, had in zooverre een gunstigen invloed op de P., dat het deze bevrijdde van de ingeslopen scholastieke subtiliteiten en kunstenarijen, van den anderen kant echter werd de toon dikwijls grof door de hevige polemiek. Een nieuw bloei tijdperk brak aan in de 17e eeuw. Bossuet, Bourdaloue, Massillon verschenen en oefenden een machtigen invloed uit op de P., zoowel bij protestanten als bij katholieken; hun voorbeeld bracht ook in de 19e eeuw in Frankrijk een groot aantal beroemde predikers voort. De P. wordt in de volgende soorten verdeeld: I De P. welker hoofddoel is de overtuiging van den geest: leerrede, conferentie, volksondèrricht, twistrede. II de P. welker hoofddoel is de overreding van het gemoed: zedepreek, missiepreek, ljjdenspreek. III de P. die overtuiging en overreding, dogma en moraal verbindt: mysteriepreek, zondagspreek, homilie, lofrede, lijkrede. ‘

< >