noemt men in de heelkunde verschillende soorten van ziekelijke woekeringen, welke, meestal van peervormige gestalte, met zeer dun einde of steel op het slijmvlies van een lichaamsholte zitten. Het menigvuldigst vindt men ze in de neusholte en in de baarmoeder.
Zij worden volgens hun weefsel verdeeld in slijm- of blaaspoliepen en in vaste of vleéschpoliepen. De P. moeten, waar zij stoornis veroorzaken, door operatie worden verwijderd.