russische provincie met den titel koninkrijk, 127.319 km.2 groot, met in 1897: 9.4'55.943 inw.; verdeeld in 10 gouvernementen: Kalisj, Kjelzy, Lomsha, Lublin, Petrokow, Plozk, Radom, Sjedlez, Suwalki, Warschau; hoofdstad is Warschau. Het land, grootendeels tot het gebied van de Weichsel, in het w. • tot dat van de Oder en in het n.o. tot dat van de Niemen behoorende, vormt een groote vlakte, die zich in het z. verheft tot de Sandomorische hoogvlakte en het Krakausche plateau, beiden uitloopers der Karpaten.
In P. zijn vele kleine meren. De Weichsel deelt het land in twee nagenoeg gelijke helften en neemt hier rechts de San, Wieprz en BugNarew, links de Nida, Kamionna, Pilica en Bzura in zich op. In het w. zjjn de Warthe en Prosna en in het n.o. de Niemen en diens nevenstroom de Czarna-Hansza voor het handelsverkeer belangrijk. Van Warschau uit doorkruisen thans groote straatwegen het land in alle richtingen. De landbouw is het hoofdmiddel van bestaan, verder veeteelt, vooral schapenteelt, handel in hout uit de uitgestrekte bosschen, bijenteelt, die echter in verval is. Het gouv.
Radom en het zuidel. deel van het gouv. Warschau leveren mineralen op: ijzer, koper, tin, zink, steenkolen, marmer en kalksteen. De ijzerbergwerken van de kroon zijn veel talrijker dan die van particulieren. De industrie is zeer toegenomen. De fabrieken bevinden zich meest in de stad en in het gouv. Warschau, in westel.
Radom en in een deel van Lublin. Vooral het fabrikaat van wollenen katoenen waren en van laken is uitnemend; verder zijn er suikerfabrieken, brandewijnstokerijen, papier-, tapijten-, tabaks-, aardewerk-, glas- en andere fabrieken, ijzergieterijen, koper- en zinkpletterijen, machine-fabrieken enz. De binnenhandel is door het gemakkelijke watertransport zeer levendig en wordt op verscheidene beroemde jaarmarkten gedreven; ook de buibenl. handel, vooral met Pruisen, is aanzienlijk. Geschiedenis, zie vorig artikel.