een orgel waarin de gecomprimeerde lucht (wind) tevens wordt gebezigd als kracht voor het regeerwerk. Bij groote orgels leverde het tegelijk (gekoppeld) bespelen van 3 of meerdere manualen bezwaar op, daar de speelaard te zwaar werd.
Het gelukte den Engelschen orgelbouwer Barker omstreeks 1832 daarin verandering te brengen. Hij ontlaste den organist van en bezigde wind voor den mechanischen arbeid. Bij het nederdrukken van een toets verkrijgt de wind toegang tot den (pneumatischen) hefboom en deze brengt het regeerwerk in beweging, die de speelventielen (in de windlade) openen. Bij de registers gaat het evenzoo: bij het uittrekken van den registerknop opent men niet rechtstreeks het register, maar verschaft den wind alleen toegang tot den hefboom, die door den wind den arbeid verricht. (Verg. Orgel.)