(seigneur), genaamd „de ridder zonder vrees of blaam” (Chevalier sans peur et sans reproche), geb. 1476 op het slot Bayard bij Grenoble; hij werd door zijn oom, den bisschop George du Terrail, opgevoed, werd page van den hertog van Savoie en trok de aandacht van koning Karel VIII, die hem in zijn dienst nam. Gedurende de oorlogen van dezen koning en zijn twee opvolgers vond B. vele gelegenheden zijn moed en ridderlijkheid aan en dag te leggen; hij sneuvelde 30 April 1524 bij Gattinara, in den voor de Franschen ongelukkigen veldtocht tegen Karel V, in Lombardije.
B. belichaamde aan het einde der middeleeuwen, — als een ridderlijke natuur die aan vermetelheid grenzenden moed, lichaamsschoon, kracht, fierheid, edelmoedigheid jegens overwonnenen, trouw aan den leenheer, zachtzinnige galanterie jegens het schoone geslacht op het volkomendst in zich vereenigde, kortom als een volmaakt type van middeleeuwsche ridderlijkheid, — nog eenmaal het ideaal van het feodale tijdperk. Zijn leven vindt men beschreven in „La tres joyeuse, plaisante etrecreatiue hystoire, composee par le loyal seruiteur, des faiz, gestes, triumphes et prouesses du bon cheualier sans paour et sans reprouche, le gentil seigneur de Bayart (Parijs, 1527), een der meest interessante geschiedenissen der oude fransche kroniekschrijvers.
